Praktijkverkenning

Het huidige energiesysteem is niet gebouwd op nieuwe manieren van energie opwekken en distribueren. Dat systeem gaat veranderen, maar hoe en waar naartoe? In een blog deelt onderzoeksinstituut DRIFT de eerste resultaten van een transitieanalyse rondom de zoektocht naar het toekomstige energiesysteem.

Transitieanalyse: De rol van verschillende benaderingen in het energiesysteem van de toekomst

door projectteam DRIFT o.l.v. Roel van Raak

De energietransitie is in volle gang: de manier waarop we energie opwekken en distribueren verandert van fossiel naar duurzaam en van centraal naar meer of ook decentraal. Het huidige systeem is hier niet op gebouwd en dwingt ons om de nodige aanpassingen te doen. Hoewel er weinig twijfel is over de noodzaak van de energietransitie, zien we (systeem)barrières die het vormgeven van het nieuwe energiesysteem vertragen of belemmeren.

In deze blogpost delen we de eerste, voorlopige resultaten van een transitieanalyse van de zoektocht naar het toekomstige energiesysteem. Hierin willen we de blik verschuiven van de potentie en belofte van alternatieven zoals centraal, lokaal, coöperatief, publiek, privaat, onafhankelijk, verbonden, naar de interactie tussen deze benaderingen. We willen kijken hoe deze benaderingen samen vorm kunnen geven aan een nieuw duurzaam energiesysteem waarin elementen van al deze benaderingen terugkomen. In een participatief atelier willen we vervolgens de transitie rond de rol van ‘decentraal’ in ons toekomstig energiesystemen naar een volgende fase helpen.

De rol van decentraal in het energiesysteem van de toekomst

Van gemeenschappelijk zon op dak tot windparken op zee, de manier waarop we energie opwekken en distribueren verandert snel. Terwijl lokale initiatieven voor groene energie en het delen daarvan steeds populairder worden, blijft de centrale infrastructuur cruciaal voor de stabiliteit en betrouwbaarheid van onze energievoorziening. Door de toenemende elektriciteitsvraag en groei van hernieuwbaar aanbod lopen we echter steeds vaker tegen de grenzen van het huidige systeem aan. Bedrijven die willen verduurzamen en nieuwbouwprojecten krijgen steeds vaker te horen dat ze voorlopig geen netaansluiting of uitbreiding kunnen krijgen. Tijd en geld nodig voor verzwaring roept vragen op over de verdeling van kosten. Het lokaal matchen van opwek en gebruik is een deeloplossing om te zorgen dat de energietransitie niet verder vertraagt en niet voor een torenhoge energierekening zorgt.

Vrijwel alle betrokkenen zien een rol voor ‘het lokale’ of ‘decentrale’ in ons toekomstig energiesysteem. Volgens sommigen is een sterke lokale component onmisbaar voor een robuust en betaalbaar energiesysteem, of voor een systeem met maatschappelijk draagvlak en eigenaarschap. Hiernaast zien we een groep die het decentrale systeem ‘best belangrijk’ vindt: men ziet de toegevoegde waarde, maar acht het niet zo belangrijk als de enorme investeringen in het centrale net en rol van de landelijke spelers daarin.

De fase van transitie en wachten op een Grote Keuze

Wat ons ook opvalt is dat velen verwachten dat ‘ergens’ de komende jaren een Grote Keuze gemaakt zal worden over wat de rol van decentraal zou moeten zijn in ons toekomstig energiesysteem óf dat dit zich de komende 10-15 jaar decentraal langzaam een sterke positie krijgt. Allebei lijkt ons onwaarschijnlijk.

De tijd dat ‘ergens’ in Den Haag (of Arnhem) vanuit blauwdruk-denken grote ontwerpkeuzes voor ons toekomstig energiesysteem gemaakt werden, is voorbij. Er is niet één eigenaar van het energiesysteem. Steeds meer spelers, bedrijven, coöperaties en individuele inwoners, geven gezamenlijk, al dan niet in afstemming met elkaar, het systeem vorm. Bovendien leert jarenlang transitieonderzoek ons dat de meeste transities niet te plannen zijn. Dat voelt erg ongemakkelijk, zeker ten aanzien van het elektriciteitssysteem, waar van seconde tot seconde alles 99,99% van de tijd in balans moet zijn. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen. Het feit dat er geen masterplan klaarligt of kan liggen, zorgt ervoor dat gemeenten, bedrijven, energiecoöperaties en regio’s zelf aan de slag kunnen om hun lokale energiesysteem vorm te geven op een manier die past bij het karakter van hun gebied. En daar is best haast bij geboden. Het is namelijk ook onwaarschijnlijk dat de uitkristallisering van de hoofdlijnen van het nieuwe systeem nog 10-15 jaar zal duren. We zijn namelijk al een eind op weg in deze transitie die zijn oorsprong in de jaren zeventig en tachtig heeft. Ergens zijn we dus verder dan we soms denken. We weten van andere transities dat in deze fase van een transitie de hoofdlijnen van het nieuwe systeem zich vormen. Het uitstellen van keuzes (op ieder schaalniveau), betekent in die fase in transities dat keuzes zichzelf gaan maken: geen keuze is ook een keuze. Meestal leidt geen keuze echter tot bestaande oplossingen die niet verder rijken dan de meest urgente problemen. Dat lijkt misschien veilig, maar zorgt er uiteindelijk voor dat er fundamenteel weinig verandert en bestaande problemen zich blijven voordoen. En dat we daarom een toekomstig energiesysteem krijgen, waarin nieuwe mogelijkheden onbenut zijn gebleven, met bijbehorend prijskaartje.

Van beloftes en potentie naar analyse op interactie tussen benaderingen

Om deze impasses te doorbreken, passen wij een andere manier van kijken toe. Wij zijn niet zo geïnteresseerd in welk type oplossing of systeem uiteindelijk gaat ‘winnen’ maar juist hoe de verschillende ‘benaderingen’ van het energiesysteem met elkaar samenhangen en interacteren. Sommige ontwikkelingen/ benaderingen zijn groot (zoals lokaal zonnepanelen op daken), anderen superklein (zoals off the grid wonen), en velen zitten daar ergens tussen in (zoals (bedrijfs)energiehubs, coöperatieven, etc.). Elk van deze benaderingen heeft unieke karakteristieken die voor- en nadelen kennen, net zoals een centrale benadering die heeft. Een combinatie van “nieuwe” benaderingen zal uiteindelijk ons nieuwe energiesysteem vormen. De vraag is: hoe zorgen we dat deze benaderingen op een goede manier interacteren en in hun totaliteit een robuust en betaalbaar energiesysteem vormen?

Energiesysteem

Wanneer we inzoomen op de interactie tussen benaderingen, valt op dat we te maken hebben met scheve verhoudingen, waarvan we er drie willen uitlichten:

  1. “De koperen plaat”-illusie: het huidige centralistische systeem belooft dat iedereen altijd en overal toegang heeft tot elektriciteit. Met netcongestie zien we nu dat die belofte niet langer houdbaar is. Zolang geografische afstand grotendeels verwaarloosd wordt in transportkosten, zullen lokale oplossingen nooit besparingen op netverzwaringen kunnen verzilveren.
  2. “Van A naar B, met de principes van A”: de bestaande normen en principes van het centrale systeem maken nog steeds de dienst uit in de transitie. Alternatieven en lokale oplossingen worden langs de meetlat van het huidige systeem gelegd. Bijvoorbeeld: vaak worden alternatieven afgekapt omdat ze mogelijk 99,99% individuele betrouwbaarheid niet halen, terwijl ze daar tegenover veel meer veerkracht, lokaal eigenschap en lagere kwetsbaarheid voor grootschalige verstoringen met zich meebrengen. Die waarden worden vaak niet meegeteld.
  3. (Schijn)tijdelijkheid: netcongestie wordt nog te veel gezien als iets van voorbijgaande aard, in afwachting van netverzwaring. Dit terwijl de verwachting is dat ook met alle geplande netverzwaringen, netcongestie een blijvend probleem zal vormen. Ruimte voor alternatieve benaderingen, zoals een niet statistische capaciteitstoewijzing, krijgen zo een tijdelijk karakter, wat lange termijn investeringen in alternatieven lastig maakt.

Hoewel deze scheve verhoudingen tussen alternatieven niet makkelijk aan te pakken zullen zijn, is een combinatie van verschillende benaderingen in een hybride oplossing wel haalbaarder dan op de tekentafel een nieuw energiesysteem kiezen. Al was het maar omdat we niet beginnen met een schone lei. Om weeffouten in het nieuwe systeem te voorkomen, hebben we wel haast. De geschiedenis zit, naast enkele goede voorbeelden, vol met voorbeelden waarbij verschillende nieuwe benaderingen in het nieuwe systeem gestold zijn zonder dat hun interactie goed is geregeld. Neem bijvoorbeeld het mobiliteitssysteem, waarin het hoofdwegennet en spoorwegennet (groten)deels losstaand ontwikkeld werden, met als gevolg dat trein- en automobiliteit elkaar geenszins versterkten. Dit is deels geadresseerd in een latere tweede transitie (o.a. opkomst carpoolen, P+R), maar werkt nog steeds door in het mobiliteitssysteem van vandaag.

Vervolgstappen

Het hiervoor geschetste beeld is een voorlopig, eerste resultaat van een traject waarin we samen met NP RES werken aan een transitieanalyse van het toekomstige energieregime. De komende tijd werken we door om in deze context een doorbraak te realiseren in het vormgeven van het energiesysteem van de toekomst. Dit doen we door verdiepende analyse maar vooral met participatieve transitieateliers om de beweging rond centrale en decentrale energiesystemen te helpen versnellen naar de volgende fase van de transitie. Deze ateliers vinden plaats na de zomer. Dit najaar zullen de resultaten daarvan ook hier gedeeld worden.